Politiek gemor over laagvliegroutes
DONIAGA - Waar in Weststellingwerf en Noord-Overijssel burgers publiekelijk in verweer komen tegen de toekomstige laagvliegroutes van Airport Lelystad, blijft het onze omgeving nog relatief rustig. Met de uitbreiding van het vliegveld maken lijnvluchten uit Engeland in de toekomst boven de Tsjûkemar een knik richting Scheerwolde, waar een wachtgebied is. De lokale politiek in De Fryske Marren mort echter wel.
De huidige luchtvaartkaart staat niet toe dat aan- en wegvliegroutes naar en vanaf Lelystad op grotere vlieghoogte plaatsvinden. Vanwege de huidige regelgeving worden vliegtuigen ‘gedwongen’ over afstanden op maximaal zesduizend voet te vliegen, dat komt overeen met 1.829 meter. Uit een memo van gemeente De Fryske Marren blijkt dat niet uitgesloten is dat er in de praktijk nog lager gevlogen wordt.
De lokale fracties van D66, PvdA en GroenLinks hebben op verschillende momenten kritische vragen over het onderwerp aan het college van burgemeester en wethouders gesteld. Burgers en lokale politiek zouden volgens de partijen onvoldoende bij de planvorming betrokken zijn. Uit de antwoorden van het college blijkt inderdaad dat gemeenten en provincies niet meegenomen zijn bij de planmakerij van het Rijk voor uitbreiding van Lelystad Airport. Provincie en gemeenten hebben hierin namelijk geen bevoegdheden.
Wethouder Durk Durksz heeft echter wel bijeenkomsten over het onderwerp bijgewoond. Op initiatief van De Fryske Marren zijn de verschillende betrokken gemeenten bijelkaar gekomen om 'informatie te delen en krachten te bundelen'. Doel is om via de provincie druk uit te oefenen op het Rijk om de indeling van het luchtruim te heroverwegen. Niet zonder succes, blijkt uit de meest recente raadsmemo over dit onderwerp. 'Het Rijk heeft inmiddels op enkele punten het voornemen uitgesproken de indeling van de ruimte in de lucht aan te passen', schrijft het college.
'We gaan er in onze activiteiten overigens van uit dat de besluiten rondom Airport Lelystad weinig draagvlak hebben onder diegenen die in potentie last van de uitbreiding van deze luchthaven zouden kunnen krijgen.' De Fryske Marren schikt zich echter in haar rol. 'In formele zin is dit een zaak van het Rijk. We hadden ons kunnen voorstellen dat de regering zou hebben gekozen voor een bredere aanpak. Tegelijk stellen we vast dat daar waar veel mensen vliegen als vorm van vervoer kiezen, de noodzakelijke uitbreiding van capaciteit niet zonder nadelen gerealiseerd kan worden.'
(Archieffoto: Noordoost.nl)
