De rooms-katholieke kerk in Sint Nicolaasga is 's avonds en 's nachts verlicht.FOTO: Alex J. de HaanHome-page: http://www.noordoost.nlE-mail: persbureau@noordoost.nl(c) Persbureau Noordoost/Heerenveentel: 0513-626999 fax: 0513-623253mobiel: 0654-727.557

In de nacht van 3 op 4 februari 1825 werd het Friese dorp Oldeouwer als een van de eerste plaatsen in de regio getroffen door het oprukkende zeewater. Rond negen uur 's avonds brak het water vanuit de Tsjûkemar over de polderdijk en zette de omliggende dorpen binnen enkele uren blank.

De gevolgen voor Oldeouwer en heel Zuidwest-Friesland en Overwijssel worden beschreven door de Stichting Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân uit Oudemirdum, die van alle getroffen dorpen in beide provincies de gevolgen op papier heeft gezet. In het herdenkingsjaar 2025 kijkt de stichting terug op deze ramp met ontzag en respect. De vrijwilligers houden de verhalen van 1825 levend – ,,niet alleen als herinnering aan het water dat kwam, maar ook aan de kracht en veerkracht van de mensen die wisten te overleven’’.

De dorpen in het verspreidingsgebied van DeSintNykster.nl werden soms hard getroffen. De vloed verspreidde zich razendsnel richting Doniaga, Tjerkgaast, Idskenhuizen, Langweer, Smallebrugge, Teroele, Ouwsterhaule en zelfs tot in het hoger gelegen Sint Nicolaasga was de dreiging voelbaar.
In Oldeouwer steeg het water tot 15 palmen boven het toch al hoge binnenwater – ruim anderhalve meter. Meer dan vijftig gezinnen moesten hun huizen halsoverkop verlaten; honderden schapen verdronken.

Teroele
De dorpen in het laaggelegen gebied van het voormalige Doniawerstal werden zwaar getroffen. In Teroele moesten maar liefst zeventig gezinnen hun huizen ontvluchten, terwijl twintig families alleen nog veilig waren op de zolders van hun woningen. In Smallebrugge werden ongeveer 300 stuks vee in veiligheid gebracht.

Ouwsterhaule
Ook in Ouwsterhaule was de nood hoog. De waterschade was enorm, zowel in vee als in eigendommen. Idskenhuizen en Langweer ontsprongen deels de dans door hun relatief hogere ligging; het water steeg daar tot circa 7½ palm (75 cm), maar ook daar waren schrik en onzekerheid groot.

Sint Nyk
Sint Nicolaasga bleef door zijn hoge zandgrond grotendeels droog, net als het nabijgelegen Legemeer. Toch speelde ook daar het drama zich af, zij het op een andere manier: de stroom vluchtelingen en dieren uit de omliggende dorpen moest worden opgevangen. In de kerken en boerderijen zochten mensen beschutting, vaak samen met hun vee. Ook in Doniaga, Tjerkgaast en Langweer fungeerden kerken als noodopvang.

Het contrast tussen hoop en verlies was groot. In een nacht vol storm, opslaand water en paniek werd tegelijk een ongekende solidariteit zichtbaar. Mensen vonden elkaar terug, soms na uren van angstige onzekerheid. Kinderen werden door buren gered, vee dreef door de straten, huizen stortten in. Het was een tafereel van chaos, maar ook van menselijkheid – van gedeeld verdriet en gezamenlijke redding.


Honderden gezinnen op de vlucht


De schade was niet alleen emotioneel. Economisch liet de ramp diepe sporen na. In het nabijgelegen Lemsterland, waar onder meer Follega en Eesterga zwaar getroffen werden, verdronken honderden stuks vee, werden bijna 300 huizen verwoest en ging turf verloren ter waarde van bijna 100.000 gulden – een ramp voor de vele veenarbeiders die van die inkomsten afhankelijk waren.

Teroele
Ook in de grietenij Wymbritseradeel, waar onder meer Teroele en Smallebrugge eerder onder vielen, stond meer dan 16.000 bunder land onder water, met een gemiddelde hoogte van anderhalve el (1,5 meter).

Het geel omrande gebied betreft zo'n beetje de voormalige gemeente Doniawerstal.250202 Watersnoodramp1825 friesland lijntje

Elke vrijdagmiddag het laatste nieuws in de mailbox?

Advertenties